Licht op integrale geboortezorg

 

VRAAG EN ANTWOORD
BEKOSTIGING INTEGRALE
GEBOORTEZORG

Wordt contractering van het integrale tarief op termijn verplicht gesteld? Welke verschillende financieringsvormen zijn per 1 januari 2017 mogelijk? De praktische invulling van het integrale tarief roept nog steeds vragen op. Raedelijn maakte, in samenwerking met het ROS-netwerk, een handige vraag & antwoord. Met juridische antwoorden op vragen over verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid uit de nieuwe CPZ-handreiking.

Raedelijn maakte, in samenwerking met het ROS-netwerk. een handige vraag & antwoord over wat WEL bekend is. Deze is gebaseerd op publiekelijk beschikbare informatie en gesprekken met stakeholders. Gezien de snelle ontwikkelingen beoogt dit document niet volledig te zijn en raden wij aan de informatie te checken indien deze gebruikt gaat worden in de organisatie.

Vanaf 1 januari hebben Verloskundige Samenwerkingsverbanden (VSV) of andere geboortezorgorganisaties de mogelijkheid om integrale geboortezorg te contracteren. Dit biedt hen de kans om contractonderhandelingen te starten met de hoofdverzekeraar voor een integraal aanbod. Het inkoopbeleid van Zilveren Kruis is inmiddels gepubliceerd. Toch is er nog onduidelijkheid over de praktische invulling van contractering van dit tarief.

1. Is of wordt contractering van het integrale tarief op termijn verplicht gesteld?

De minister zegt niet voornemens te zijn om de bestaande, sectorspecifieke bekostiging af te schaffen. Beide systemen blijven tot nader order naast elkaar bestaan. Wel is het overheidsbeleid in het algemeen gericht op populatiebekostiging en is het denkbaar dat op termijn door zorgverzekeraars alleen nog een integraal tarief gecontracteerd zal worden.

2. Kunnen zorgaanbieders door de zorgverzekeraar worden gedwongen om (op termijn) een contract aan te gaan voor integrale bekostiging?

De huidige prestaties verloskundige zorg blijven bestaan en kunnen ook gedeclareerd worden zonder een integraal contract met de zorgverzekeraar. De minister overweegt op dit moment niet om de huidige prestaties op te heffen. De minister voert overleg met de zorgverzekeraars over het niet opleggen van integrale tarieven en legt dit vast in een brief aan de Tweede Kamer voor de zomer.

3. Indien er in de regio een geboortezorgorganisatie bestaat die door de zorgverzekeraar gecontracteerd is, en partijen daar geen deel van willen of kunnen uitmaken, kunnen zij dan toch declareren voor de geleverde zorg?

Ja, dat kan. Vergoedingen van niet gecontracteerde verloskundige zorg kunnen lager liggen dan gecontracteerde zorg.

4. Welke verschillende financieringsvormen zijn mogelijk per 1 januari 2017?

Integraal tarief, met 10 deelprestaties en de mogelijkheid tot onderlinge dienstverlening

Huidige financiering

En in aanvulling daarop:
Reeds gemaakte prestatieafspraken met de zorgverzekeraar

Module integrale geboortezorg NZa (1 jaar om te komen tot een integraal tarief)

5. Welke deelpresetaties zijn onderdeel van het NZa-tarief integrale geboortezorg **?

    1. Prenatale fase tot 16 weken (intake – miskraam – nazorg)
    2. Geboortezorg prenataal OF
    3. Geboortezorg prenataal complex (bij klinische opname langer dan 5  afzonderlijke of aaneengesloten verpleegdagen en/of een cerclage)
    4. Geboortezorg natale fase OF
    5. Geboortezorg nataal intramuraal op eigen verzoek (geen  medisch/sociale indicatie) OF
    6. Geboortezorg nataal complex (sectio, een complexe fluxusbehandeling,  een manuele placentaverwijdering, totaal ruptuur)
    7. Geboortezorg postnataal (ex. kraamzorg per uur) OF
    8. Geboortezorg postnataal complex (klinische opname langer dan 5 afzonderlijke of aaneengesloten verpleegdagen en/of een complexe fluxusbehandeling, excl. kraamzorg)
    9. Kraamzorg door kraamverzorgenden postnataal per uur
    10. Onderlinge dienstverlening*** (voor het in rekening brengen van de zorg die een zwangere krijgt van een hulpverlener die niet is aangesloten bij dezelfde geboortezorgorganisatie)NB Zorg Instituut Nederland heeft geadviseerd om deelprestatie 5 eventueel op te heffen. Hier is nog geen uitsluitsel over.

 

*** Denk bijvoorbeeld aan cliënten die zich op vakantie met bloedverlies bij een vreemd ziekenhuis melden en daar twee dagen worden opgenomen. Beide ziekenhuizen moeten dan onderling bepalen hoe ze dat gaan verrekenen. Ook kan het zijn dat een organisatie (bijvoorbeeld een nieuw kraamcentrum) (nog) geen deel uit maakt van de geboortezorgorganisatie, maar dat deze organisatie wel veel vrouwen behandelt en dat die onderlinge dienstverlening dus frequent voorkomt. Dat kan worden opgelost door als geboortezorgorganisatie met dat kraamcentrum afspraken te maken over uitbetaling van bepaalde bedragen per prestatie.

6. Hoe vindt verrekening van kosten plaats indien zwangere buiten de geboortezorgorganisatie zorg ontvangt?

Dit kan op twee manieren:

  1. Onderlinge dienstverlening (deelprestatie 10)
  2. Bundelbreaken

Ad 1: Partijen moeten onderling afspraken maken over uitbetaling van bedragen per prestatie (bijvoorbeeld in geval van bloedverlies tijdens vakantie in Nederland en patiënt wordt opgenomen in ander ziekenhuis óf een nieuwe organisatie (bijvoorbeeld kraamcentrum) die (nog) geen deel uitmaakt van de geboortezorgorganisatie maar wel regelmatig diensten verleent.

Ad 2: De bundel integrale bekostiging wordt bij die ene patiënt gebroken en alle zorgverleners (ook zij die aangesloten zijn bij de geboortezorgorganisatie) declareren volgens de huidige tarieven bij de zorgverzekeraar bij complexe situaties of gebrek aan overeenstemming.

Ad 3: Een verbod op parallelliteit in de Beleidsregel regelt dat niet gelijktijdig een monodisciplinaire prestatie en een integrale prestatie die (deels) dezelfde zorg omschrijven, in rekening kunnen worden gebracht. Van dit verbod kan worden afgeweken indien zorgaanbieder en zorgverzekeraars hierover op schrift andere afspraken maken.

7. Welke kosten zijn opgenomen in het integraal tarief en welke niet?

Wel opgenomen:
– Verloskundige zorg, kraamzorg en medisch specialistische zorg voor zover obstetrische zorg
– Antenatale consultatieve kindergeneeskundige zorg
– Eerstelijnsdiagnostiek voor zover die samenhangen met de zorgvraag van de zwangere vrouw in de prenatale fase.

Niet opgenomen:
– Niet verzekerde prestaties, bijvoorbeeld pretecho’s
– High care (academische/derde lijn) obstetrische zorg
– Preconceptiezorg

8. Wat is de hoogte in euro’s van het integraal tarief?

Er is niet één tarief maar 10 deelprestaties. Deze zijn allemaal vrij onderhandelbaar. Dit betekent dat zorgverzekeraars zelf afspraken kunnen maken met geboortezorg organisaties over de hoogte van de bedragen van de deeltarieven

9. Voorziet de prestatiebeschrijving van de integrale bekostiging in kostendekking voor de organisatie van zorg (te vergelijken met bv een koptarief bij ketencontractering van huisartsenzorg)?

De VSV’s die overgaan naar integrale bekostiging maken diverse kosten om deze wijzigingen vorm te geven. Daarnaast zijn er extra structurele kosten die moeten worden gedekt. De minister geeft aan dat dit vanuit de integrale tarieven bekostigd moet worden. Vooralsnog is er geen geoormerkte financiering beschikbaar voor de governance-structuur.

Verzekeraars zien wel dat er geld nodig is voor governance, maar zullen dat op termijn terugverdiend willen zien in besparingen en/of afbouw van de bestaande governance. De taskforce (zie vraag 10) kijkt samen met VSV’s en verzekeraars (en VWS) naar de beste mogelijkheden om dit gefinancierd te krijgen.

10. Welke ondersteuning kan een geboortezorgorganisatie krijgen om het integraal tarief te kunnen contracteren?

  1. Taskforce PTGZ, contactpersoon Martin Groesz. Inventarisatie levensvatbare initiatieven. Circa 10 VSV’s worden intensief begeleid (en gemonitord) naar contractering integraal tarief per 1 januari 2017.  Ook regio’s die na die datum willen contracteren kunnen contact opnemen.
  2. Module integrale zorg: financiële middelen voor de voorbereiding tot contractering integrale tarief geboortezorg
  3. Raedelijn adviseert en begeleidt partijen in de geboortezorgketen onder meer met het ontwikkelen van organisatievorming, substitutievraagstukken eerste en tweede lijn, integrale visievorming en integrale zorgpaden.

11. Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om als geboortezorg organisatie de prestatie integrale bekostiging te contracteren?

Juridische entiteit met bevoegdheid om namens zorgaanbieders tenminste kraamzorg, verloskundige zorg, ziekenhuiszorg te contracteren.

Meerdere organisatiemodellen zijn mogelijk: zie www.cpz.nl en www.knov.nl. Mogelijk ontstaan er nieuwe varianten bij de VSV’s die per 1 januari 2017 overgaan. De zorgverzekeraar kan zelf ook voorwaarden stellen in haar inkoopbeleid – binnen de wettelijke kaders.

12. Is een WTZi-erkenning noodzakelijk?

WTZi staat voor Wet Toelating Zorginstellingen. De noodzaak van een WTZi-erkenning is nog niet vastgesteld.

13. Wat houdt een WTZi-erkenning in?

Om als zorginstelling zorg aan te bieden die wordt gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet, toetst het CIBG de zorginstelling aan de vereisten die in de wet worden gesteld. Er wordt gekeken naar de rechtspersoon, bedrijfsvoering, toezicht, toetsing aan Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) en het winstoogmerk.

Toekenning duurt 16 weken na aanvraag.

14. Kan een zorgverzekeraar bijvoorbeeld alleen met een ziekenhuis integraal contracteren?

De visie van de minister en zorgverzekeraars is dat de contractpartner voor het integrale tarief een entiteit is bestaande uit de drie ketenpartners. In theorie kan het ook één partij zijn met instemming van en onderliggende afspraken met de andere aanbieders in de keten. Met andere woorden er is ruimte voor een hospital-led of een midwifery-led organisatie.

Zilveren Kruis stelt als aanvullende voorwaarde vertegenwoordiging van de 3 kernpartijen in het bestuur. De eigen bijdrage voor partusassistentie door kraamverzorgende in het ziekenhuis vervalt.

De eigen bijdrage voor kraamzorg en poliklinisch bevallen zonder medische indicatie blijft vooralsnog bestaan.

15. Wat verandert er bij invoering integraal tarief voor de zwangere?

De eigen bijdrage voor partusassistentie door kraamverzorgende in het ziekenhuis vervalt.

De eigen bijdrage voor kraamzorg en poliklinisch bevallen zonder medische indicatie blijft vooralsnog bestaan.

16. Hoe wordt de keuzevrijheid van de zwangere geborgd?

Zwangeren kunnen nog steeds tussentijds wisselen van zorgverlener of van geboorteorganisatie. De NZa maakt onderlinge verrekening van de kosten mogelijk met de prestatie ‘onderlinge verrekening’ en de optie ‘bundelbreaking’. Zie vraag 6.

Als de zorgverzekeraar een contract afsluit met 1 geboortezorg organisatie waarin bijvoorbeeld een beperkt aantal eerstelijnspraktijken zijn vertegenwoordigd kan dit wel de ‘ervaren’ keuzevrijheid van de zwangere beïnvloeden.

17. Wat houdt de inspanningsverplichting in die verbonden is aan de opname van de zorgstandaard in het kwaliteitsregister van het Zorginstituut Nederland?

Afspraken worden gemaakt over wat goede zorg is en hoe dat te meten. Deze afspraken komen in het kwaliteitsregister van het Zorginstituut. Aan de hand van deze afspraken geven zorgaanbieders informatie over de geleverde zorg aan het instituut. Deze kwaliteitsgegevens zijn openbaar.

18. Op welke financiële aspecten dienen de partners van de geboortezorg organisaties alert te zijn?

De fiscale consequenties, inclusief de eventuele btw-plicht worden nog door de Taskforce in kaart gebracht.

De Taskforce laat een rekentool ontwikkelen om zorgaanbieders in staat te stellen tariefstelling en verdeelafspraken door te rekenen.

19. In hoeverre is het voor geboortezorg professionals mogelijk om overeenkomsten aan te gaan met meerdere geboortezorgorganisaties in dezelfde regio? Staat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) dergelijke samenwerkingsverbanden per regio toe?

Zorgaanbieders mogen met meerdere zorgaanbieders samenwerken. De Mededingingswet verbiedt dergelijke samenwerkingsverbanden in beginsel niet. Het is binnen een samenwerkingsverband op grond van de mededingingsregels echter niet toegestaan om bijvoorbeeld concurrentiegevoelige informatie uit te wisselen, patiënten te verdelen of om anderen op onredelijke gronden uit te sluiten. Bij twijfel kan de ACM worden geraadpleegd.

Zie ook de CPZ en KNOV organisatiemodellen.

20. Mogen partijen in een regio worden uitgesloten van een geboortezorg organisatie?

Volgens de wet mogen partijen niet worden geweigerd op ‘onredelijke grond.’ Daarom is het belangrijk om als geboortezorgorganisatie heldere toelatingscriteria te hebben.

21. Als het contract ingaat op 1 januari 2017, voor welke cliënten geldt dan het integrale tarief?

Voor alle cliënten die ná 1 januari 2017 in zorg gekomen zijn. Er bestaat nog discussie over de wijze van verrekening van cliënten die vóór 1 januari 2017 al in zorg waren, maar pas daarna bevallen.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

Google+

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden