Herkenbaar als één partij
Katinka Visscher begeleidde vanuit Raedelijn de professionalisering van verschillende Verloskundige Kringen. Van ‘t Gooi tot Amersfoort en van Utrecht tot Noordwest-Veluwe. Welke ontwikkelingen ziet zij? Wat heeft coöperatievorming opgeleverd? En wat leren we hiervan?
Katinka Visscher: “Verloskundige praktijken weten allang dat aanspreekbaar en herkenbaar zijn als één partij, steeds belangrijker wordt. Niet alleen om goede inhoudelijke afspraken te maken met ketenpartners, maar ook om straks bij de invoering van integrale bekostiging een sterke en betrouwbare partner te zijn.”
“Alleen een juridische vorm regelen werkt namelijk niet. Je moet het altijd echt koppelen aan wat je wilt bereiken om vervolgens te bepalen hoe je dat dan gaat realiseren”
Katinka Visscher, adviseur Raedelijn
Steeds meer vrouwen bevallen in het ziekenhuis, onder verantwoordelijkheid van de tweede lijn. Van de 48% vrouwen die hopen op een bevalling in een poliklinisch of geboortecentrum onder begeleiding van een eerstelijnsverloskundige, lukte dit slechts bij 14% van hen. De vraag is wat dit bijdraagt aan betere gezondheidsuitkomsten, ervaren kwaliteit van zorg en doelmatigheid voor zwangeren. Een goed georganiseerde, aanspreekbare eerste lijn en samenwerking met de tweede lijn versterkt de geboortezorgketen. Betere afspraken in de hele keten, meer onderling vertrouwen en laagdrempelig contact, kan onnodige medicalisering – en een te late verwijzing- voorkomen.
“Ook in ’t Gooi wilde men een goede gesprekspartner zijn richting het ziekenhuis. De wens om een coöperatie te vormen, was mede daardoor ingegeven,” vertelt Katinka Visscher. “Als zo’n vraag binnenkomt, gaan we altijd eerst een stap terug. We stellen vragen als ‘Waarom willen jullie dat? Wat is de ambitie op langere termijn? Wat is daarvoor nodig, ook van jullie?’ Alleen een juridische vorm regelen werkt namelijk niet. Je moet het altijd echt koppelen aan wat je wilt bereiken om vervolgens te bepalen hoe je dat dan gaat realiseren. We starten altijd met een inventarisatie. Dan kijken we wat er goed gaat en wat niet. De goede dingen maken we zichtbaar. Maar we kijken ook wat nodig is in de toekomst. De inhoudelijke en zakelijke ambities vertalen we naar wat dat vraagt van de samenwerking.”
“Door de komst van een nieuw geboortehuis in Harderwijk was er een dringende wens om vanuit zakelijk perspectief snel een coöperatie op te richten. Daarnaast vroegen de ontwikkelingen op VSV-niveau meer daadkracht en aanspreekbaarheid van de eerste lijn. Er ontbrak een gezamenlijke ambitie en visie voor de toekomst zodat koers bepalen lastig was. Verloskundige Linda Kamphorst: “We hoefden bij wijze van speken alleen nog maar een handtekening te zetten om een coöperatie te vormen, zodat we de aandelen gezamenlijk konden kopen. Maar toen realiseerden we ons dat het geen zin om een juridisch eenheid te vormen zonder dat we een gemeenschappelijke visie deelden.”
Katinka Visscher: ”Er is hard gewerkt aan het formuleren van een gezamenlijke ambitie. Daarnaast hebben we ook heel expliciet de zakelijke vraagstukken meegenomen. Zoals de verdeling van de aandelen en daarmee het zeggenschap en invulling van het coöperatiebestuur. Dat maakt de lijnen kort naar de besturen van het Geboortehuis en VSV. Uiteindelijk zijn in maart 2015 de eerstelijnsverloskundigen, het St. Jansdal en Jona Kraamzorg voor een derde eigenaar geworden van het geboortezorghuis. Inmiddels is er een nieuw VSV-bestuur en een VSV-samenwerkingsovereenkomst ondertekend. In het Geboortehuis wordt sinds 2016 lachgas aangeboden en is een hybride medium-care-kamer gerealiseerd. Goed nieuws dus voor zwangeren.”
“Ook de verloskundige kring in Amersfoort wilde aan de slag met integrale geboortezorg,” zegt Katinka Visscher. “Ze hinkte daarbij op twee gedachten. Moeten we zelf de eerste stap zetten richting het ziekenhuis en integrale geboortezorg op de agenda zetten? Of moeten we eerst alles zelf op orde hebben?’ De kring was een vereniging, dus er was een juridische entiteit, maar toen wij onze inventarisatieronde deden, bleek dat de statuten niet strookten met de gewenste besluitvorming en ook niet met de huidige visie en ambitie van de verloskundigen. Ons advies was om vanuit een gezamenlijke ambitie de organisatiestructuur opnieuw in te richten. Vanuit een gezamenlijke visie adviseerden wij de verloskundigen bij de vertaling van die visie naar concrete doelstellingen en acties voor 2016. Ook lukte het om tijdens het traject het gesprek met de tweede lijn over integrale geboortezorg op te starten.”
De Eerstelijns Verloskundige Coöperatie Midden-Nederland was één van de eerste coöperaties in ons werkgebied. Eind 2015 kon een deel verloskundigenpraktijken zich niet meer vinden in de gekozen koers. Katinka Visscher: “We inventariseerden wat nu echt de gedeelde belangen waren, wat de verschillen en in hoeverre er draagvlak was voor de oorspronkelijke samenstelling en doelstellingen van de EVC. Uit de inventarisatie en gesprekken die volgden, werd duidelijk dat de twaalf praktijken niet langer hetzelfde ambitieniveau en aanvliegroute deelden. De noodzaak om wel vorm te blijven geven aan aanspreekbaarheid vanuit verloskundigen in de regio Utrecht werd expliciet benoemd. Juist omdat er (ook binnen de eerste lijn) veel van elkaar te leren valt met vier verschillende VSV’s in deze regio is inmiddels een nieuwe vorm gevonden. ”
Meer informatie
Heeft u vragen over integrale geboortezorg? Neem contact op met Katinka Visscher, M 06. 14 53 63 37.
“Het is goed om te zien dat de aanspreekbaarheid van verloskundigen in de eerste lijn toeneemt. We zien dat de transparante besluitvorming en gegroeid vertrouwen de samenwerking binnen de keten echt ten goede komt. Verloskundige praktijken zijn zelfstandige bedrijven met een eigen zakelijk belang en laten ondernemerschap zien. Eigen autonomie opgeven voor het gezamenlijk belang blijft lastig. Ook ziekenhuizen en kraamzorgorganisaties concurreren onderling voor adherentie. Juist in dit complexe krachtenveld zijn de vragen belangrijk: Wat wil de zwangere? Wat is nodig voor goede en veilige geboortezorg? En hoe houden we de zorg betaalbaar? Dit helpt bij het creëren van een gezamenlijk belang.”
Katinka Visscher
senior adviseur
Invoering integraal tarief geboortezorg
Tijdens het Algemeen Overleg eind juni besloot minister Schippers dat zij per 1 januari 2017 een integraal tarief voor geboortezorg zal invoeren. In dit tarief is de verloskundige zorg, kraamzorg en medisch specialistische obstetrische zorg opgenomen. Om welke zorg het gaat, wordt beschreven in de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg die het Zorginstituut op 1 juli publiceert. De NZa zal rond deze datum ook de prestatiebeschrijving van het integraal tarief vrijgeven. Het tarief zelf wordt vrij onderhandelbaar.
Zo’n tien geboortezorgorganisaties zullen naar verwachting kiezen voor contractering van het integraal tarief in 2017. De minister laat voorlopig de bestaande sectorspecifieke bekostiging bestaan en gaat met de zorgverzekeraars in gesprek om te voorkomen dat zij samenwerkingsverbanden toch sturen richting een integraal tarief. In een brief aan de Kamer kunnen we nog voor het zomerreces lezen wat dit overleg heeft opgeleverd. Verder monitort de NZa de tariefontwikkeling en geeft de minister opdracht tot monitoring van de ontwikkeling van Verloskundige Samenwerkingsverbanden.
Google+